Als je je geluk volgt gaan er deuren open die er tevoren niet waren
Joseph Campbell
Joseph Campbell
Gisterenavond heb ik nog een heel eindje moeten lopen om tot aan een restaurant te geraken. In de albergue zat er zo een tiep die er vroeger ooit eens is binnengewaaid en er nooit meer is weggegaan. Ik was met Katelijne, dat jong meisje, op zoek naar het restaurant. Enkel welke richting uit was ons bekend. Ze is trouwens vandaag ook van start gegaan en komt hier nu juist ook in de albergue aangewaaid. Het zal beter geworden zijn met haar knie. Wel die tiep kwam ineens een onooglijk huis buitengelopen en riep ons naar binnen. Dat bleek het restaurant te zijn. De Taiwanezen zaten er ook binnen. Een heel sober interieur met stoelen en tafels dat te klasseren viel onder frituurmeubilair. Papieren tafelkleed en keukenrol als servietten. Tot hier toe heb ik hier al mee van het lekkerste gegeten in Portugal. Een stevige groentesoep, rijst met piri piri saus, niet te straf en een speenvarken. Een bokaal witte wijn erbij en een portoke als afsluiter. 6 euro. ’t Heeft ontzettend goed gesmaakt. Ik denk dat het een ondergronds restaurant was want een kasbonneke heb ik niet gezien. De chef kribbelde de rekening op een bierviltje.
Vroeg vertrokken, ik denk dat het iets na zevenen moet geweest zijn. 24 paaltjes waren om 1 uur al verleden tijd. Ik ben Tiziana nog tegengekomen onderweg. Samen een paar kilometers afgedraaid en ietske gaan drinken. Het ging goed vooruit maar toch weeral voor 95% beton en asfalt. Vanaf Porto gaat het zeker beteren. Dat abdominabel parcours, ik wist het al halvelings van recensies maar ik wist niet dat het zo triest gesteld was.
Toen ik Sao Joao de Madeira binnenliep riep Ellie me toe. Die was gisteren een statie vroeger uitgerangeerd en heeft deels met de taxi gepelgrimeerd. Ik liep verkeerd gebaarde ze. Ik moest even van het pad afwijken om naar de apotheker te gaan. Ik moest om oogdruppeltjes. Iets verder was de albergue.
Je gelooft het niet maar ik zit hier in een rusthuis voor senioren. In de kelder, een stapel matrassen en een berg kopkussens, kies er maar ééntje uit. Maar het is hier proper en ze laten je met rust. De zusters-verpleegsters zijn hier heel vriendelijk. Bovendien is het donativo. 2 Spaanse furies zijn hier ook geland. Ze komen uit Barcelona. Onderweg was ik ze al tegengekomen. Ze kochten wat brood bij een straatventer en ik kreeg spontaan een pistoleeke van hen. De caminho verbindt mensen zoals je ziet.
Morgen komt Charlotteke aan in Porto, ik ga proberen in Porto te geraken morgen. Wel een serieus stuk te lopen, bijna 40 km. Als het niet lukt wordt het donderdag, misschien ? Ik zie nog wel. Ik ga sebiet eventjes de stad in, ietske drinken zie. Alhoewel een het weer nogal betrokken was, werd het toch warm. Veel gezweet vandaag op de hoogtemetertjes, vandaar de grote dorst nu. Tot morgen, mijn matras ligt al klaar. 😉.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten