De geschiedenis van Portugal is die van een oud Europees land, waarvan de oorsprong teruggaat tot de vroege oudheid, een land dat dankzij zijn ontdekkingsreizen opklom van een Europees koninkrijk tot een wereldmacht, namelijk het grote Portugese Rijk. Het land ontstond tijdens de Reconquista uit het graafschap Portucale en werd in de 12e eeuw het onafhankelijke koninkrijk Portugal, het enige christelijke vorstendom op het Iberisch Schiereiland dat niet opging in het Spaanse Rijk (met uitzondering van de periode 1580-1640). Het hoogtepunt van zijn macht beleefde Portugal in de 15e en 16e eeuw. Daarna verloor het veel van zijn rijkdom en status waarbij naast verspilzucht en slecht beheer van de rijkdommen ook de vernietiging van Lissabon door de aardbeving van 1755, de bezetting door Napoleon en de onafhankelijkheidsverklaring van Brazilië in 1822 een rol speelden.
Een revolutie in 1910 schafte de monarchie af. De republiek Portugal vocht vanaf 1916 mee in de Eerste Wereldoorlog aan de zijde van de Entente. Na een periode van corruptie en opbouwen van een grote staatsschuld werd in 1926 door de Revolutie van de 28ste Mei een dictatuur geïnstalleerd : Het kolonelsregime. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Portugal neutraal. De dictatuur zou duren tot 1974 toen na een linkse militaire coup, de Anjerrevolutie, democratische hervormingen werden doorgevoerd. Het jaar daarop werden de Afrikaanse koloniën onafhankelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten